Een surrealistisch sprookje over de durf om je nek uit te steken, je vleugels uit te slaan en te vliegen.

Nour droomt vaak over haar vader, die is achtergebleven in het land waar ze is geboren. In haar droom staat haar vader in het licht van de maan en kijkt hij naar de oceaan. Langzaam buigt hij zijn knieën en spreidt zijn armen. Er komen vleugels tevoorschijn. Hij ademt in, zet af en… vliegt.

Maar baba is nooit bij haar en mama teruggekomen. Misschien heeft hij vermoeide vleugels gekregen en is hij ergens gestrand. Nour wil hem redden en om dat te doen moet ze ontsnappen uit het AZC.

Haar ontsnappingspogingen mislukken keer op keer. Tot op een avond, wanneer ze weer diezelfde droom heeft, ze wakker schrikt en iets geks ziet. Ze heeft zelf vleugels gekregen.

“Baba, ik kom eraan!”

Met (film)beelden, muziek en poppen word je meegenomen op een avontuur voorbij de muren van het AZC, voorbij de grenzen van Nederland, op zoek naar de vader van Nour.

Ga naar speellijst